De ene vertelt in alle oprechtheid dat hij zich beter voelt dan ooit, terwijl de 'ander' stilzwijgend toekijkt en er liever niet is.
Gravend in mijzelf uit de pure noodzaak van zelfbehoud, lijk ik op de bodem beland, terwijl de ene in mij, vanuit een soort passieve overgave daar neigt te gaan 'slapen', zoekt de ander in mij de weg omhoog.
Hem daar laten en alleen verder gaan, kan niet.
Hij is mij en heeft in zekere zin alles voor mij gedaan om mij 'vrij' te maken.
Hoe krijg ik hem mee.
Mee omhoog naar dat licht dat ik juist dankzij hem weer ben gaan zien?